TWI

Training Within Industry (TWI)

Goed opgeleide mensen vinden is lastig. En daarom moet je het soms simpelweg doen met de mensen die je hebt. Een goede methode om deze (onopgeleide) mensen snel te trainen in bepaalde werkzaamheden, is de TWI-methode. Deze methode ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen alle gezonde mannen naar het front werden gestuurd. Hierdoor ontstond er een nijpend tekort in de bemensing in de fabrieken. Immers, alleen de vrouwen, jonge en oude mannen bleven achter en die hadden vaak geen of weinig ervaring. Tegelijkertijd moest de industrie wel doordraaien. Om de overgebleven mensen zo snel mogelijk op te kunnen leiden, ontwikkelde men de Training Within Industry (TWI)-methode.

Wat is Training Within Industry (TWI)?

Voor alle standaard werkzaamheden aan de installatie wordt een trainingsstandaard gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan bediening, omstellen, schoonmaken, inspecteren of afstellen. Deze standaard wordt samen met ervaren mensen op de werkvloer gemaakt. Zo weten we zeker dat de standaard past bij het werk, de mensen en de installatie. De standaarden zijn kort, doeltreffend en gericht op het “waarom” van de handeling. Een standaard is over het algemeen niet langer dan een A4-tje. Vervolgens worden deze standaarden getraind op een zeer effectieve manier.

Het doel van Training Within Industry is, zoals bij elke Continu Verbeter techniek afhankelijk van welk probleem je wil oplossen.​ De training wordt gegeven door teamleiders binnen de operatie.

Voordelen van Training Within Industry zijn:​

• Introductietijd wordt verkort​
• Kans op fouten verminderd​
• Eigenaarschapsoverdracht naar student​
• Basis voor Continu Verbeteren​
• Creëert leiders​
• Voldoet aan ISO standaarden

Hoe implementeer je TWI?

De implementatie van TWI vindt plaats op de werkvloer door instructeurs vanaf de werkvloer (bv. teamleiders). De meest effectieve groepsgrootte voor training door 1 instructeur is ongeveer 9-11 mensen. De teamleider/instructeur traint de standaard diverse malen op de werkvloer, en controleert de vooruitgang van de deelnemers. Wanneer de deelnemers de standaard kennen, kunnen ze aan de slag.